
Spreekwoorden: (1914)
Grootsch (of hoog)) in zijn wapen zijn.‘Eigenlijk van iemand die zich op zijn adellijke afkomst verheft; vervolgens grootsch in het algemeen’. Zie Winschooten, 35: Breed voor
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Grootsch (of hoog)) in zijn wapen zijn.‘Eigenlijk van iemand die zich op zijn adellijke afkomst verheft; vervolgens grootsch in het algemeen’. Zie Winschooten, 35: Breed voor
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.